Zondag 11 februari 2024, morgendienst – ds. W.A. Zondag – Eerste lijdenszondag

Tekst: Matthéüs 11: 1 – 6

EN het is geschied toen Jezus geëindigd had Zijn twaalf discipelen bevelen te geven, dat Hij vandaar voortging, om te leren en te prediken in hun steden. En Johannes in de gevangenis gehoord hebbende de werken van Christus, zond twee van zijn discipelen, En zeide tot Hem: Zijt Gij Degene Die komen zou, of verwachten wij een ander? En Jezus antwoordde en zeide tot hen: Gaat heen en boodschapt Johannes weder, hetgeen gij hoort en ziet: De blinden worden ziende en de kreupelen wandelen, de melaatsen worden gereinigd en de doven horen, de doden worden opgewekt en den armen wordt het Evangelie verkondigd. En zalig is hij die aan Mij niet zal geërgerd worden.

Thema: De heraut van de Koning

  1. Een vraag uit de gevangenis
  2. Het antwoord uit de Schrift
  3. De zaligspreking door Jezus

Liturgie

  • Psalm 147: 1, 2
  • Psalm 119: 3
  • Lezen: Matthéüs 11: 1 – 19
  • Psalm 73: 1, 6, 9
  • Psalm 77: 5, 6
  • Psalm 73: 13 (aan de uitgang extra collecte voor Deputaatschap Kerkbouw)

Citaat

‘Dat de armen het Evangelie aannemen en er door bewerkt worden. Zij worden geëvangeliseerd, zij ontvangen het Evangelie, en zij worden er van doortrokken, zij worden er door geformeerd tot een Gode welbehaaglijke gestalte. De wondervolle kracht van het Evangelie is een bewijs van zijn Goddelijke oorsprong’.
Matthew Henry.

Geloofsbelijdenis: HC Zondag 6

Vraag 18. Maar wie is deze Middelaar, Die tegelijk waarachtig God en een waarachtig, rechtvaardig mens is?
Antwoord. Onze Heere Jezus Christus, Die ons van God tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking, en tot een volkomen verlossing geschonken is.

Leestip

  • Jesaja 40 (Wegbereider)
  • Jesaja 35 (Messias getekend)
  • Jesaja 29 (idem)
  • Jesaja 61 (idem, geciteerd door de Heere Jezus)
  • Jesaja 53 (Lam Gods)
Afbeelding: discipelen bezoeken Johannes de Doper in de gevangenis (door Jan Luyken, 1649-1712).

Gespreksvragen

  1. Leg eens uit dat de weg die Johannes moet gaan te maken heeft met zijn eigen uitspraak ‘Hij moet wassen, ik minder worden’.
  2. Waarom heeft Johannes twijfels over ‘wie’ Jezus is. Hij heeft Hem toch aangewezen als hét Lam Gods?
  3. Hoe kan een christen vergelijkbare vragen als Johannes hebben als het gaat om ‘wie is Christus?’.
  4. Jezus antwoordt met een citaat uit Jesaja. Waarom op deze wijze en niet een duidelijk ‘ja’? De kanttekeningen verwijzen naar: Jes. 29: 18; 35: 5; 61: 1. Zoek deze teksten eens op.
  5. Jezus laat in het antwoord iets weg uit Jesaja 61 vers 1. Wat laat Hij weg en waarom?
  6. Hoe luidt Jezus’ zaligspreking aan het eind? En wat betekent deze zaligspreking?

Voor de kinderen

  1. Waarom was Johannes de Doper in de gevangenis gezet? Antwoord: hij had koning ……………. gewaarschuwd.
  2. Hoe heette de vrouw van deze koning? Antwoord:
    a) Julie,
    b) Sanne,
    c) Herodias,
    d) Abigail.
  3. Johannes wilde weten of de Heere Jezus wel echt de beloofde Messias was. De Heere Jezus gaf eigenlijk een antwoord uit de bijbel. Dat deed hij door voor te lezen wat de profeet …………… over Hem had gezegd. Welke profeet is dat? Antwoord:
    a) Hosea,
    b) Jeremia,
    c) Daniel,
    d) Jesaja.
  4. Zou jij, net als Johannes, ook iets aan de Heere Jezus willen vragen?

Deze week

Mei 2024

zondag 5 mei

10:00 – 11:30
Leesdienst
19:00 – 20:30
ds. B. Labee - Reguliere dienst