Westminster Confessie artikel 33
God heeft een dag bepaald waarin Hij de wereld in gerechtigheid zal oordelen door Jezus Christus, aan Wie de Vader het oordeel en alle macht gegeven heeft.
Op die dag zullen niet alleen de afvallige engelen worden geoordeeld, maar ook alle mensen die op aarde hebben geleefd. Zij zullen voor de rechterstoel van Christus verschijnen om rekenschap af te leggen van hun gedachten, woorden en werken. Dan zullen ze ontvangen naar wat ze in het lichaam hebben gedaan, hetzij goed, hetzij kwaad.
God heeft deze dag bepaald met dit doel, om daarin de heerlijkheid van Zijn genade te openbaren in de eeuwige zaligheid van de uitverkorenen en Zijn rechtvaardigheid in het verdoemen van de verworpenen, die goddeloos en ongehoorzaam zijn.
Want dan zullen de rechtvaardigen ingaan in het eeuwige leven en de volkomen vreugde en verkwikking ontvangen die uit de aanwezigheid van de Heere voortvloeit.
Maar de goddelozen, die God niet kennen en ongehoorzaam zijn aan het Evangelie van Jezus Christus, zullen in eeuwige pijniging geworpen worden. Ze zullen tot straf het eeuwige verderf ondergaan, ver van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht.
Om alle mensen van de zonde af te houden en godvrezende mensen in hun tegenspoed des te meer te vertroosten, wil Christus dat wij er vast van overtuigd zijn dat er een oordeelsdag zal komen.
Wanneer deze dag komt, wil Hij voor mensen verborgen houden, zodat ze alle vleselijke zekerheid van zich af zullen schudden en altijd waakzaam zullen zijn omdat ze niet weten op welk uur de Heere zal komen.
Ook wil Hij dat ze altijd bereid zullen zijn om te zeggen: Kom, Heere Jezus, kom haastig.
Amen.
Liturgie
- Psalm 103: 8, 9
- Westminster Confessie artikel 33
- Lezen: Hebreeën 13: 10 – 19
- Psalm 119: 10, 13, 16
- Psalm 102: 15
- Psalm 89: 19, 7